Door het weglaten van herkenbare vormen wil ik de aandacht
leggen op de kleur die de sfeer in het landschap bepaalt.
Door dichte en transparante vlakken onstaat de
ruimtelijkheid. In mijn droom is het leven een schilderij,
waar ik doorheen dwaal. De compositie verandert steeds,
links en rechts passeer ik structuren en kleuren die mij
niks zeggen. En ik dwaal en dwaal de hele nacht tot ik
opeens stil blijf staan en mij op mijn plek voel. Dan heb
ik contact met wat ik om mij heen zie en neem het
nauwkeurig in mij op: Een paarsrode kleur ligt rechts van
mij. Het is grof van structuur het dringt zich een beetje
op, vanuit het donker. Het duwt mij van rechts achter in
mijn rug. Ik sta op een fluweel groen veld, van linksvoor
strijkt een blauwig licht over het groene fluweel. De
eeuwige beweging, de diepte van stilstand.